Voormalige concentratiekampen.
De monumentalisering van de Duitse kampen in Nederland
Roel Hijink
352 pp, € 29,-
isbn/issn: 978-90-8704-266-0
geïllustreerd

Voormalige concentratiekampen.

(recensie: Drs.Paul Hendriks)

 

Roel Hijink. Voormalige concentratiekampen. De monumentalisering van de Duitse kampen in Nederland (Hilversum,  Verloren, 2011), 352 pagina's, illustraties, ISBN: 9789087042660, € 29,-

In 1985 organiseerde het toenmalige Rijks Instituut voor Oorlogs-Documentatie een symposium getiteld `Onverwerkt Verleden’. Diverse sprekers bogen zich over de herinnering aan en de verwerking van de Tweede Wereldoorlog. De conclusie was toen dat mensen die de bezetting hadden meegemaakt, dit nooit afdoende zouden kunnen verwerken vanwege de abnormaliteit van de omstandigheden. Vijfentwintig jaar later schreef Roel Hijink een boek over de wijze waarop de overheid en de samenleving sinds 1944 zijn omgegaan met de concentratiekampen op het Nederlands grondgebied. Tijdens de Duitse bezetting waren er in Nederland vijf concentratiekampen: Schoorl, Amersfoort, Ommen, Vught en Westerbork, het voorportaal van Auschwitz. De voormalige kampen Amersfoort, Vught en Westerbork zijn nu nationale herinneringscentra. Dit is geen vanzelfsprekende zaak, maar het resultaat van een moeizaam maar dynamisch en conflictrijk proces tussen verschillende belanghebbenden.
Vanuit cultuurhistorisch perspectief onderzoekt Roel Hijink de manier waarop de publieke herinnering aan de Duitse concentratiekampen in Nederland op hun historische locatie vorm heeft gekregen. Hij beschrijft de vormen die men hiervoor in opeenvolgende periodes heeft gebruikt en analyseert wat men nu eigenlijk precies in herinnering wilde brengen met en in die vormen. Hijink laat zien, dat de tekens van herinnering – de monumenten, de inrichting van de voormalige kampterreinen en de herinneringsmusea – zijn ontstaan als antwoord op nationale mythen, heersende politieke idealen en behoeften van de tijd waarin ze zijn vervaardigd.
De auteur maakt bovendien een vergelijking met het buitenland en laat zien dat er in andere landen heel wat zorgvuldiger is omgegaan met het, al dan niet schrikwekkende verleden. Zo vindt men bijvoorbeeld in België het 'Fort Breendonk', eveneens een doorgangskamp, waar alles nog geheel ongewijzigd is te bezichtigen, de beddenbouw, de eetschalen, de verhoorkamer; kortom alles is er nog te zien zoals het was. Jammer genoeg is dat met Westerbork zeker niet het geval. Nadat er in de naoorlogse jaren eerst een aantal Molukkers gehuisvest is geweest, zijn de barakken later grotendeels doorverkocht. Het Kamp Westerbork, zoals het eens was, is er niet meer in die staat. Wel is er nog altijd de houten villa van Gemmeker, de kampcommandant, maar, behalve dat er zeer recent nog één barak is teruggekocht en geplaatst, treft de aandachtige toeschouwer er niet meer de situatie aan zoals die vroeger was.
 Westerbork is daarmee een voorbeeld van hoe de herinnering en monumentalisering lange tijd ondergeschikt zijn gemaakt aan andere belangen; zoals de tijdelijke huisvesting van inheemse KNILers. Het lijkt erop dat de wijze waarop er met dit erfgoed is omgegaan parallel loopt met de wijze waarop er met herinnering en verwerking is omgegaan. De publicaties van Jacques Presser en Lou de Jong hebben de oorlog en de vervolging van groepen mensen uit de samenleving opnieuw onder de aandacht gebracht. Inmiddels maken de voormalige kampen een integraal onderdeel uit van de verspreid liggende plaatsen en musea die in Nederland herinneren aan het drama van de wegvoering van Joodse Nederlanders en ander leed.
Hijink is er mijns inziens in geslaagd om op een heldere wijze aan de hand van de lotgevallen van deze herinneringsplaatsen te laten zien hoe wij als samenleving sinds 1944 met de oorlog zijn omgegaan. Een zeer aanbevelenswaardig boek.
 
Drs. Paul Hendriks
Meesterpaul@gmail.com
 
Trefwoorden: Nederland, 20e eeuw, 21e eeuw, Concentratiekampen, Tweede Wereldoorlog, Shoah, Plaatsen van Herinnering, Westerbork, Amersfoort, Vught