Het vaderlands verleden in de zeventiende eeuw
Cultuur in de Nederlanden in interdisciplinair perspectief
Judith Pollmann en Carolina Lenarduzzi (red.) (redactie)
137 pp, € 25,-
isbn/issn: 978-90-8704-444-2
themanummer van De Zeventiende Eeuw, jrg.29/2, geïllustreerd

Het vaderlands verleden in de zeventiende eeuw

(recensie: Drs.Paul Hendriks)

Judith Pollmann en Carolina Lenarduzzi, redactie, Het vaderlands verleden in de zeventiende eeuw. Cultuur in de Nederlanden in interdisciplinair perspectief, in: De Zeventiende Eeuw, Jaargang 29, deel 2, 2013, pp. 145 - 284, Hilversum, Verloren, 2013, 137 pp., geïllustreerd, ISBN 978-90-8704-444-2, € 25,-

Dit nummer van tijdschrift De zeventiende eeuw opent met een In Memoriam voor Marijke Spies (1934-2013). Zij was een van de oprichters van de Werkgroep Zeventiende Eeuw en stond tevens aan de wieg van het tijdschrift. Haar verdiensten voor het vakgebied worden geroemd en haar drijvende kracht achter werkgroep en tijdschrift worden node gemist.
Het thema van dit nummer is Het vaderlands verleden in de zeventiende eeuw. In de inleiding door Carolina Lenarduzzi en Judith Pollmann (148 -154) wordt dit thema uitgebreid toegelicht en verantwoord. In een zevental bijdragen wordt het beeld van de eigen geschiedenis belicht, zoals dit in de zeventiende eeuw bij diverse groepen bestond. Er is aandacht voor de beschouwing van het eigen verleden in zowel de Zuidelijke als de Noordelijke Nederlanden en voor de wijze waarop diverse religieuze gemeenschappen naar de eigen geschiedenis keken. Voorts wordt duidelijk dat er sprake was van staats- en natievorming, die onder andere werd bereikt door een seculier oorsprongsverhaal van de Republiek, waarbij de Spanjaarden als intens slecht werden neergezet en de Oranjes doorgaans als helden en bevrijders. Diverse religieuze groepen gebruikten Oudtestamentische beelden om hun eigen historie en het lijden van hun stichters en martelaren te belichten. De uittocht uit Egypte en de Babylonische ballingschap waren zeer geschikte parallellen voor ballingen en onderdrukten.
Interessant is het om te zien dat er, ondanks de poging tot natievorming op seculiere basis, sterke lokale en regionale verschillen waren in de wijze waarop de eigen historie werd verbeeld. In de bijdrage van Marcin Polkowski:, ‘Reconstructing the Middle Ages. Dirck van Bleyswijck’s Beschryvinge der stadt Delft and it’s uneasy relationshiop with the past’ (247-265) wordt bijvoorbeeld getoond hoe de stad Delft in haar beschrijving door Dirck van Bleyswijck, inwoners van alle gezindten in hun waarde laat en de verdiensten van katholieke burgers niet onder de tafel veegt. Uiteraard is het Calvinistisch christendom wel superieur.
Interessant is ook de laatste bijdrage, van de hand van Yolanda Rodrìguez Pérez , ‘Op Spaanse leest geschoeid. Het verleden van de Republiek in zeventiende eeuwse romans’ (265-283). Het blijkt dat er in de late zeventiende eeuw veel behoefte was aan amusements-literatuur. Om in die behoefte te voorzien, werden soms boeken uit andere talen vertaald, maar minstens zo populair waren pseudo-vertalingen, die niet alleen een marketing instrument waren, maar ook kracht bijzetten aan de inmiddels ingesleten stereotypen van Papen en Spanjaarden.
Van de zeven bijdragen in het tijdschrift zijn er drie in het Engels. Dit is het gevolg van een beleidsvoornemen van de werkgroep om het tijdschrift meer internationaal aanzien te geven in een poging haar voor de ondergang te behoeden. Ik hoop dat deze strategie werkt en het tijdschrift nog een lang leven beschoren is. Gezien de inhoud en het niveau van de bijdragen in dit nummer zou het zonde zijn wanneer het verdwijnt.

Drs. Paul Hendriks
meesterpaul@gmail.com

Trefwoorden: De Nederlanden, Zeventiende eeuw, Cultuurgeschiedenis