Literatuur en observantie
(recensie: Drs.Paul Hendriks)
Anna Dlabačová, Literatuur en observantie. De Spieghel der volcomenheit van Hendrik Herp en de dynamiek van laatmiddeleeuwse tekstverspreiding (Hilversum, Verloren, 2014, Middeleeuwse Studies en Bronnen CXLIX), 368 pagina’s, geïllustreerd, ISBN 978-90-8704-418-3, € 35,-
Anna Dlabačová werd in 1983 geboren in Praag, enkele jaren vóór de val van de muur. In 2001 haalde zij in Nederland haar VWO-diploma en studeerde daarna tot 2007 geschiedenis aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Haar scriptie, over laatmiddeleeuwse levens van Jezus, werd omgewerkt tot een artikel. Sinds haar afstuderen is zij zeer actief gebleven als onderzoeker en als docent. Haar onderzoek heeft dit jaar, 2014, geresulteerd in een promotie en haar proefschrift is nu bij Verloren verschenen. Dit proefschrift vormt de neerslag van haar onderzoek naar laatmiddeleeuwse tekstverspreiding, waarbij De Spieghel der volcomenheit van Hendrik Herp in het bijzonder gevolgd wordt.
Het bijzondere aan deze tekst is, dat het de enige is van Herp die in de landstaal is geschreven. Bovendien vormt het een prachtig voorbeeld van geestelijke literatuur in de vijftiende-eeuwse Nederlanden. Herp was een minderbroeder en zijn Spieghel der volcomenheit is een voorbeeld van franciscaanse observantie. Het werk is vermoedelijk rond 1455 op verzoek geschreven. Een welgestelde weduwe die de observanten financieel steunde, had Herp gevraagd om duidelijke instructies om tot een volmaakt leven te komen. Het resultaat was een helder gestructureerd handboek, waarin de mystieke opgang tot God in verschillende stadia geschetst wordt.
Dlabačová laat in haar studie zien hoe rijk en innovatief de literatuur van de franciscaanse observatie was. Zij positioneert de Spieghel der volcomenheit als pionierstekst. Herp pionierde niet alleen door het boek in de landstaal te schrijven maar vooral doordat zijn uitwerking van het verzoek zijner weldoenster dermate helder en gestructureerd was, dat het al snel een breed publiek vond met een vergelijkbare behoefte. Het was zogezegd een schot in de roos.
De verspreiding van het werk liep in eerste instantie via het eigen franciscaner netwerk van kloosters en andere religieuze instellingen. Het werk bleek uitstekend geschikt als hulpmiddel voor biechtvaders en religieuze onderwijzers van dames. Daarnaast vond het ook zijn weg naar vrouwengemeenschappen zoals die van de Leidse tertiarissen van Sint-Clara.
Voorts bleek de tekst plooibaar, in de zin van makkelijk te bewerken of samen te vatten, zodat hij op verschillende manieren kon worden aangewend. Het duurde niet lang voordat de tekst vertaald werd in andere landstalen en zo werd Herp de auteur van een internationale bestseller. Dlabačová heeft met haar dissertatie feitelijk ook pionierswerk verzet. Dankzij haar grondig onderzoek kan zij laten zien dat het literaire leven in de late vijftiende en vroege zestiende eeuw rijk en divers was. De rol van de minderbroeders valt daarbij niet te onderschatten en dat was tot voor kort wel degelijk het geval. Met dit proefschrift geeft Dlabačová de Moderne Devotie een belangrijke tegenhanger en zet zij tevens Herp neer als een invloedrijke vertegenwoordiger van de franciscaanse observantie.
Dit fraai vormgegeven boek handelt weliswaar over een specialistisch onderwerp, maar de schrijfster is er in geslaagd haar onderwerp tot leven te brengen. Mijns inziens komt dat doordat zij er met passie over schrijft. Dit werk verdient het om een breder publiek te bereiken. Gezien de lovende bespreking door Ine Kiekens (http://nederl.blogspot.nl/2014/08/schrijven-als-herp-onderzoeken-als.html) sta ik niet alleen in die overtuiging.
Paul Hendriks
meesterpaul@gmail.com
Trefwoorden: Nederland, Middeleeuwen, Cultuurgeschiedenis, Franciscanen, Observantie