Family life onder de VOC
Een handelscompagnie in huwelijks- en gezinszaken
Carla van Wamelen
592 pp, € 49,-
isbn/issn: 978-90-8704-494-7
Alleen schilderij op de omslag

Family life onder de VOC

(recensie: Drs.Paul Hendriks)

 

Carla van Wamelen, Family life onder de VOC. Een handelscompagnie in huwelijks- en gezinszaken (Hilversum, Verloren, 2014), 592 pagina’s, ISBN 978-90-8704-494-7, € 49,-
 
Dit lijvige boekwerk is opgesierd met een fraaie afbeelding op de omslag van opperkoopman Pieter Cnoll en zijn Euraziatische echtgenote Cornelia van Nijenroode, hun dochters en huisslaven. Het schilderij in kwestie stamt uit 1665, is vervaardigd door Jacob Coeman en hangt in het Rijksmuseum. Dit is meteen de enige illustratie, echter wel een waarin de thematiek uit dit onderzoek is samengevat: (interraciaal) huwelijk, met nakomelingen, in het gebied van de VOC. Wat verder opvalt is de titel. Waarom gekozen voor Family life en niet voor ‘gezinsleven’? Uit lezing van het boek heb ik het antwoord op deze vraag niet kunnen opmaken. Misschien dat binnen het Engelse family life meer vervat is dan in ons woord ‘gezinsleven’, en wanneer ik naar de behandelde thema’s in dit boek kijk, zou dat inderdaad weleens de reden kunnen zijn. De ondertitel verruimt de thematiek reeds tot huwelijks- en gezinszaken.
               Bij het onderwerp van dit boek denk je niet onmiddellijk aan een handelscompagnie. Het lijkt een specialistisch, juridisch getint en droog onderwerp, dat weinig met de VOC te maken heeft. Carla van Wamelen is er echter in geslaagd om de juridische uiteenzettingen, die zeker ruim aan bod komen in dit werk, af te wisselen met anecdotes, feitjes en historische achtergronden. Hierdoor is het ook voor de niet-specialist een uiterst leesbaar werk geworden en bovendien is het onderwerp van haar onderzoek hierdoor historisch ingebed in het grotere geheel van de geschiedenis van de republiek en de VOC.
               Dat dit een onderwerp van studie kon worden, is te danken aan een toevalligheid. Jan Pieterszoon Coen heeft zijn instructies door de Heeren zeventien dermate ruim opgevat dat er in plaats van een versterkte handelspost een hoofdstad van een staatkundige eenheid ontstond. Dit gegeven is bevestigd door de heren in de Republiek, waardoor de landvoogden en andere bestuurders ter plaatse van de VOC feitelijk leiding gaven aan een Staat. Het hoofddoel was nog steeds handel en geld verdienen, maar er kwamen steeds meer taken bij, zoals orde handhaving, geloofskwesties, erfrecht, huwelijkszaken, weduwen- en wezenzorg, armenzorg en zo meer.
               De omstandigheden ter plaatse maakten dat er geleidelijk aan uit oogluikend toegestaan concubinaat een toenemende hoeveelheid officiële interraciale huwelijken ontstond. De nakomelingen hiervan bleven veelal in de oost en kregen de kans om als Europeanen opgeleid te worden en een carrière binnen de VOC te volgen.
               De genoemde omstandigheden betreffen uiteraard het vrouwentekort in de koloniën. De inlandse vrouwen dienden uiteraard wel tot het ware geloof bekeerd te worden, en in het geval dat manlief alleen naar Holland terugkeerde, zorgde de VOC dat de kinderen binnen eigen kring opgevangen werden, liever dan hen in een kampong te laten verdwijnen. Zo zag een handelscompagnie zich steeds meer in een positie komen van waaruit zij geloof diende te verbreiden en te handhaven, recht te spreken, verdragen te sluiten met staatshoofden, onderwijs te verzorgen, orde te handhaven, kortom alles wat eigenlijk bij een functionerende staat hoort.
               Hoewel logisch, wanneer je erover nadenkt, is het toch een aspect van de VOC-geschiedenis waar niet veel over bekend was. Grote waardering dus voor Carla van Wamelen voor het onder de aandacht brengen van deze zaken. Het dagelijks leven in het Batavia van de 17e en de 18e eeuw komt zo meer tot leven.
 
Drs. Paul Hendriks 
meesterpaul@gmail.com
 
Trefwoorden: Nederland, Nederlands-Indië, 17e eeuw, 18e eeuw, VOC, Huwelijk en gezin, Rechtsgeschiedenis, Cultuurgeschiedenis